Emil C. Hansen
Een cultuurpionier.
Wanneer het leven geen rozengeur en maneschijn is ...
Emil kwam uit een straatarme, excentrieke familie. In zijn jeugd probeerde hij zo goed als alles om geld bijeen te schrapen, van theatervoorstellingen tot schilderwerken en een carrière als kunstenaar en leerkracht. Hij schreef ook verhalen. Op een bepaald moment was hij zo arm en wanhopig dat hij overwoog naar het zuiden te reizen en zich in Italië bij het leger van Garibaldi aan te sluiten.
De taaie gaat eraan.
Gelukkig voor hem – én voor alle bierliefhebbers ter wereld – vond hij een redelijk goedbetaalde baan als privéleraar voordat het zover kon komen. Eindelijk verdiende hij genoeg om zijn studies te betalen, en hij won zelfs een gouden medaille aan de universiteit van Kopenhagen voor zijn onderzoek naar Deense schimmels. Genetisch gezien is de stap van schimmels naar gist maar klein. Hij kon dus al snel bij Carlsberg aan de slag als onderzoeker om de organismen in bier te bestuderen.
De wetenschap van beter bier.
In 1883 kondigde Emil aan dat hij een systeem van zuivere gistculturen had ontdekt. Hij verklaarde dat 'slecht bier' niet alleen het gevolg was van een bacteriële infectie, zoals de Franse bioloog Louis Pasteur meende, maar ook van een besmetting door wilde gist. Tot dan gebruikten brouwers steeds opnieuw bier van eerdere gistingen. Door de gist te isoleren, zouden ze echter elke keer 'verse', zuivere gist kunnen gebruiken. En dat zou leiden tot een veel vlotter brouwproces en een consistentere smaak. Daarom probeerde Emil één goede gistcel te isoleren en die zich in een zuivere cultuur te laten vermenigvuldigen. De nieuwe 'Carlsberg ondergist nr. 1' werd voor het eerst op productieschaal gebruikt in november 1883, en het was meteen een daverend succes.
Een ode aan de liefde voor bier.
In 1902 vierde Hansen zijn 25-jarige jubileum bij Carlsberg en kreeg hij een gouden medaille van Carl Jacobsen. Die was een erkenning voor zijn werk als een van de meest invloedrijke pioniers in de gistingsindustrie.