J. C. Jacobsen

Een man die van alle markten thuis is, met een onstilbare dorst naar vooruitgang. En bier? Probably. J.C. Jacobsen werd geboren in 1811 en brouwde zijn eerste bier in zijn kelder, net zoals veel thuisbrouwers dat vandaag doen. In 1847, toen hij 36 jaar oud was, richtte hij zijn eerste commerciële brouwerij op in Kopenhagen. Als man van de wetenschap deelde hij zijn kennis graag met zijn collega-brouwers. Hij hield van en steunde muziek en kunst, en hij was erg actief in politieke en sociale kringen.

Dat vragen veel mensen zich af. De naam die J.C. Jacobsen aan zijn brouwerij gaf, was eigenlijk een combinatie van de naam van zijn zoon, Carl, en de heuvel (of 'bjerg') waarop de brouwerij gebouwd is. Die beklimmen we trouwens vandaag nog steeds op onze fiets.

In 1875 deed J.C. Jacobsen iets ongezien: hij richtte het eerste industriële onderzoekslaboratorium op. Zo zette hij zichzelf en de Carlsberg-brouwerij op de kaart voor onderzoek, wetenschap en innovatie. Wat Jacobsen nog revolutionairder maakte? Alles wat in het laboratorium werd ontdekt, deelde hij gewoon gratis met al wie geïnteresseerd was. Dat gold ook voor de gist, die tot 1988 uit de Carlsberg-gisttoren werd verdeeld. Zelfs aan andere brouwers. Zoals J.C. het vaak zei: als je wellicht het beste bier ter wereld brouwt, heb je niets te vrezen van je concurrenten.

Het motto van J.C. was dat hij fantastisch bier wilde maken zonder zich te bekommeren over de onmiddellijke winst. Andere brouwers klaagden vaak dat hij met zijn lage prijzen de markt kapotmaakte. Maar J.C. antwoordde steevast dat het zijn taak was om zo goed en goedkoop mogelijk te brouwen. En dat hij het zelfs zou blijven doen als hij er helemaal niets aan verdiende.

J.C. organiseerde regelmatig etentjes waarop hij de knapste koppen uit zijn tijd uitnodigde. Wetenschappers, kunstenaars, schrijvers (onder wie H.C. Andersen), acteurs en muzikanten schoven bij Jacobsen aan tafel om ideeën uit te wisselen onder het genot van een negengangendiner. Wellicht tijdens een van die etentjes kwam de brouwer in 1876 op het idee om de Carlsberg Stichting op te richten, die vandaag nog steeds elk jaar dividenden uitbetaalt om kunst, wetenschappen en cultuur te promoten.